VERDIEPEN
De muziek van verdi

Verdi staat bekend om zijn meeslepende melodieën, dramatische ritmes en ongekende dynamiek. Als ervaren operacomponist wist hij het menselijk drama uiterst invoelbaar te maken in de muziek van zijn Messa da Requiem.


Er zijn twee contrasterende thema’s in Verdi’s Messa da Requiem, die allebei een belangrijk onderdeel vertegenwoordigen van hoe de dood wordt gezien in het katholicisme: het idee van vredige, eeuwige rust en de voortdurende dreiging van de Dag des Oordeels. Voor beide creëerde Verdi een eigen muzikale taal. De eerste hoor je in Requiem Aeternam, de tweede in Dies Irae. Dit zijn de eerste twee onderdelen van de requiemmis, maar in de daaropvolgende delen zijn van beide thema's sporen terug te horen.



introïtus - requiem aeternam
Luister dit fragment tot in ieder geval 1:35.
Het begin van het stuk: de cello’s klinken, maar hun geluid is zacht. Zo zacht dat we misschien wel twijfelen of de voorstelling al begonnen is. Vervolgens zingen de lagere stemmen van het koor, - de tenoren en bassen - de eerste twee woorden en Verdi instrueert ze om dit sotto voce – ‘fluisterend’ – te zingen. Later volgen de hogere stemmen – de alten en sopranen - met dezelfde woorden op dezelfde tonen én opnieuw fluisterend.
Dan reduceert Verdi het koor tot slechts vier sopraanstemmen die de woorden “dona eis domine” zingen. Hun gezang klinkt haast als gesnik, met pauzes tussen ieder woord. De strijkers in het orkest ondersteunen hun stemmen met lange melodielijnen. Het orkest stopt vervolgens zelfs even helemaal met spelen, zodat enkel de stemmen te horen zijn.



dies irae
Luister dit fragment tot in ieder geval 1:10.
Het contrast met het daaropvolgende Dies Irae kan niet groter. Het hele orkest stormt binnen in fortissimo (zeer luid) om de dreiging van de Dag des Oordeels te laten klinken. Opnieuw openen de lagere stemmen de dialoog met de musici en niet veel later krijgen ze gezelschap van de hogere stemmen, waarbij hun gesnik uit de openingsscène steeds intenser terugkeert en in een schreeuw verandert.



Je hebt gehoord dat er grote muzikale verschillen zijn tussen de stukken Requiem Aeternam en Dies Irae. Wat voor bewegingen zie je bij elk stuk voor je? Probeer bij elk een paar beschrijvende woorden te bedenken, zoals snel, traag, krachtig, licht, strak, zwierend – elk woord dat jij passend vindt is goed.






Verdi laat de dreigende melodie van het Dies Irae meerdere malen terugkeren in zijn Requiem.
Welk effect heeft dit voor het gehele Requiem, denk je? Wat zou de componist hier mogelijk mee hebben willen zeggen?

tuba mirum
Direct na de eerste dreiging van de Dag des Oordeels in de Dies Irae is er een kort moment van rust. In deze pauze begint een enkele trompet in het orkest een eenvoudige fanfare; een oproep die vervolgens wordt beantwoord door een andere trompet. Steeds meer trompetten voegen zich hierbij; Verdi wilde het publiek verrassen met een overweldigend geluid dat de hele zaal vult.
Vervolgens voegen de Franse hoorns en tuba's zich bij de trompetten met hetzelfde ritmische motief.
En wanneer de laagste stemmen van het koor – de bassen –zich bij het geweld van al deze koperblazers voegen is de chaos compleet. Uiteindelijk zingt het hele koor, maar de stemmen dreigen steeds overstemd te worden overstemd door het grote koor van koperblazers. Het is alsof de mens wordt meegesleurd in het geweld. Maar dan stopt alles plotseling weer.





VERDIEPEN
De muziek van verdi

Verdi staat bekend om zijn meeslepende melodieën, dramatische ritmes en ongekende dynamiek. Als ervaren operacomponist wist hij het menselijk drama uiterst invoelbaar te maken in de muziek van zijn Messa da Requiem.

Er zijn twee contrasterende thema’s in Verdi’s Messa da Requiem, die allebei een belangrijk onderdeel vertegenwoordigen van hoe de dood wordt gezien in het katholicisme: het idee van vredige, eeuwige rust en de voortdurende dreiging van de Dag des Oordeels. Voor beide creëerde Verdi een eigen muzikale taal. De eerste hoor je in Requiem Aeternam, de tweede in Dies Irae. Dit zijn de eerste twee onderdelen van de requiemmis, maar in de daaropvolgende delen zijn van beide thema's sporen terug te horen.

Luister dit fragment tot in ieder geval 1:35.
Het begin van het stuk: de cello’s klinken, maar hun geluid is zacht. Zo zacht dat we misschien wel twijfelen of de voorstelling al begonnen is. Vervolgens zingen de lagere stemmen van het koor, - de tenoren en bassen - de eerste twee woorden en Verdi instrueert ze om dit sotto voce – ‘fluisterend’ – te zingen. Later volgen de hogere stemmen – de alten en sopranen - met dezelfde woorden op dezelfde tonen én opnieuw fluisterend.
Dan reduceert Verdi het koor tot slechts vier sopraanstemmen die de woorden “dona eis domine” zingen. Hun gezang klinkt haast als gesnik, met pauzes tussen ieder woord. De strijkers in het orkest ondersteunen hun stemmen met lange melodielijnen. Het orkest stopt vervolgens zelfs even helemaal met spelen, zodat enkel de stemmen te horen zijn.
introïtus - requiem aeternam

Luister dit fragment tot in ieder geval 1:10.
Het contrast met het daaropvolgende Dies Irae kan niet groter. Het hele orkest stormt binnen in fortissimo (zeer luid) om de dreiging van de Dag des Oordeels te laten klinken. Opnieuw openen de lagere stemmen de dialoog met de musici en niet veel later krijgen ze gezelschap van de hogere stemmen, waarbij hun gesnik uit de openingsscène steeds intenser terugkeert en in een schreeuw verandert.
dies irae

Je hebt gehoord dat er grote muzikale verschillen zijn tussen de stukken Requiem Aeternam en Dies Irae. Wat voor bewegingen zie je bij elk stuk voor je? Probeer bij elk een paar beschrijvende woorden te bedenken, zoals snel, traag, krachtig, licht, strak, zwierend – elk woord dat jij passend vindt is goed.

Verdi laat de dreigende melodie van het Dies Irae meerdere malen terugkeren in zijn Requiem.
Welk effect heeft dit voor het gehele Requiem, denk je? Wat zou de componist hier mogelijk mee hebben willen zeggen?

Direct na de eerste dreiging van de Dag des Oordeels in de Dies Irae is er een kort moment van rust. In deze pauze begint een enkele trompet in het orkest een eenvoudige fanfare; een oproep die vervolgens wordt beantwoord door een andere trompet. Steeds meer trompetten voegen zich hierbij; Verdi wilde het publiek verrassen met een overweldigend geluid dat de hele zaal vult.
Vervolgens voegen de Franse hoorns en tuba's zich bij de trompetten met hetzelfde ritmische motief.
En wanneer de laagste stemmen van het koor – de bassen –zich bij het geweld van al deze koperblazers voegen is de chaos compleet. Uiteindelijk zingt het hele koor, maar de stemmen dreigen steeds overstemd te worden overstemd door het grote koor van koperblazers. Het is alsof de mens wordt meegesleurd in het geweld. Maar dan stopt alles plotseling weer.
tuba mirum

